Het verschil tussen halogeen, xenon en LEDverlichting

Een halogeen koplamp wordt het gemaakt van een glazen omhulsel en een gas met een wolfraam gloeidraad. De gloeidraad krijgt stroom vanuit de accu en verwarmt het gas tot 2500 graden Celsius, waardoor het begint te gloeien.

De levensduur van een halogeen koplamp is ongeveer 1000 uur. Hij stopt er meestal mee omdat het wolfraam in de gloeidraad verdampt waardoor de draad breekt en dus niet meer kan gloeien. Of, als het glas van de lamp met de vingers is aangeraakt bij het vervangen, dan zit er een klein laagje vet op het glas. Hierdoor wordt de lamp ongelijkmatig verwarmt. Wat de levensduur verkort.

Een xenon lamp is een transparante, afgesloten buis gevuld met een mix van gassen. Aan elk uiteinde van de buis zit een elektrode die elektriciteit door het gas stuurt. Wanneer de lamp wordt aangezet wordt het gas met een vonk verwarmd waardoor een stroom tussen de twee elektroden ontstaat wat licht produceert. Een voeding (ballast) regelt dat de stroom stabiel is en een hoog voltage krijgt.

Het duurt even voor het gas de juiste temperatuur bereikt en een sterk licht produceert. Daarom gebruiken sommige auto’s xenon voor het dimlicht en halogeen voor groot licht.

De halfgeleider van een Light Emitting Diode (LED) heeft een negatieve en positieve zijde. De negatieve zijde heeft extra elektronen. De positieve zijde heeft extra positief geladen deeltjes. Wanneer er stroom op de LED wordt gezet (min op de negatieve zijde en plus op de positieve zijde) bewegen de negatieve en positieve deeltjes naar elkaar toe. Wanneer een negatief elektron reageert met een positief deeltje, verliest deze energie in de vorm van een foton. Deze fotons vormen samen een lichtstraal.

LEDverlichting heeft een erg laag vermogen nodig in vergelijking met halogeen verlichting. Doordat er geen gassen verwarmd te hoeven worden, is de lichtopbrengst direct hoog.